-
1 rapatrier
rapatrier [raapaatrie.ee]♦voorbeelden: -
2 вести обратно в
ngener. terugvoeren (naar) -
3 перенести в
vgener. terugvoeren (naar) -
4 rapatrier des capitaux
rapatrier des capitaux -
5 refer
v. verwijzen; zinspelen op; betrekking hebben op; raadplegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 restore a king
een koning naar zijn zetel terugvoeren -
7 ramener
ramener [raamnee]1 terugbrengen ⇒ terugvoeren, doen terugkeren2 meenemen3 in een bepaalde positie brengen, zetten, leggen♦voorbeelden:→ fraise
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский